De ontijzelschakelaar

Het versHet verschijnsel “IJzel”

Tijdens de winterperiode kunnen zich natuurverschijnselen voordoen onder de noemer van ijzel. Onder dit begrip verstaan we niet de rijpvorming die ontstaat bij een hoge luchtvochtigheid en een temperatuur onder nul graden Celsius.

Deze ontstane rijp veroorzaakt wel vonkvorming, maar belemmert het contact tussen rijdraad en stroomafnemer niet noemenswaardig. Deze rijp kan ook door de stroomafnemer als het ware afgeschoven worden van de rijdraad. Echte ijzel ontstaat door het neerkomen van “onderkoelde” regen op voorwerpen.

Deze regen heeft een temperatuur rond het vriespunt en soms er onder.  De voorwerpen hebben ook vaak een temperatuur die beneden het vriespunt ligt.

            Deze regen kan mits van voldoende duur en intensiteit een ijslaag vormen rondom de rijdraden, hetgeen een goed contact tussen rijdraden en stroomafnemer kan verhinderen.

En dit verschijnsel is natuurlijk niet nieuw, Zie hiernaast een kranten artikel uit 1927, waar men al zocht naar oplossingen.

De oplossing die toen gekozen is om de rijdraad door middel van stroomdoorgang te verwarmen en dan treinen te laten rijden om de ijzel er te laten afschrappen wordt nog steeds  als oplossing gekozen.

                                             

Hier ziet u twee verschillende zgn. ontijzelschakelaars links de oude die gebruikt werd in de oude GVI en rechts de nieuwe welke tegenwoordig wordt gebruikt in de secheron GVI

Het doel van beide is hetzelfde, een mogelijkheid om op afstand doormiddel van een ontijzelschakeling de bovenleiding aan minus te leggen. En dan in een onderstation op voldoende afstand +/- 20 kilometer of meer de voeding op de bovenleiding te zetten, en zodoende dus een gecontroleerde kortsluiting te creeeren.

Door dat de afstand lang is en we dus moet rekenen met de ohmse weerstand van bovenleiding en spoorstaven ontstaat er een stroom van ongeveer 2000 ampere

welke voldoende is om de temperatuur van de bovenleiding iets te laten stijgen waardoor de ijzel los komt te zitten, nu is het zaak om gelijk na de ontijzeling een trein te laten rijden die dan de ijzel er afschraapt en het treinverkeer weer op gang kan komen.

Hier een voorbeeld van een ontijzelschakeling tussen  Den Haag en Moordrecht, het verdient voorkeur om op beide sporen tegelijkertijd te ontijzelen omdat dan de de stromen door de spoorstaven beperkt zijn.

In de tussenliggende onder en schakelstations wordt de bovenleiding doorverbonden zodat er dus een lange voedingslijn is tussen Den Haag en Moordrecht.

  De ontijzelschakelaars hebben een naam gekoppeld aan de snelschakelaar waaraan ze verbonden zijn.

De procedure om te gaan ontijzelen kent nogal wat eisen, de belangrijkste:

IJzel

Indien het ijzelt en de ontijzelschakeling moet toegepast worden, dan dient de installatieverantwoordelijke op het SMC aanwezig te zijn.  

Voor het uitvoeren van de ontijzelprocedure dienen een aantal acties uitgevoerd en situaties onderkend te worden zoals:

a.     Het ontstaan van ijzel is gestopt;

b.     Het diesel- en elektrisch materieel staat gereed voor het betreffende baanvak;

c.     Een (hoofd)monteur (Hmt/Mt) Energievoorziening van de procesaannemer is zo mogelijk aanwezig  op het  genoemde elektrische materieel;

d.     De betreffende onderstations zijn voldoende beschikbaar;

e.     Vooraf dient bepaald te zijn welke baanvakdelen gelijktijdig ontijzeld kunnen worden.

f.      Er dient tijdens het ontijzelen geen treinverkeer plaats te vinden in de groepen die onderdeel van het    circuit uitmaken.

Gecompenseerd ontijzelen, dus twee sporen gelijktijdig heeft de voorkeur en dient dan ook zoveel mogelijk gerealiseerd te worden.

Het spreekt vanzelf dat de ontijzelschakelaars en bovenleidingschakelaars moeten functioneren, de geleideogen en scharnierpunten van de bovenleidingschakelaars zijn goed ingevet, kortom goed onderhoud is uitgevoerd.

 

Op basis van de informatie die afkomstig is van de (hoofd)monteur EV of de betrokken machinist van de schraaptrein wordt besloten of een tweede ontijzelschakeling zinvol is. Men dient met name te letten op het vallen van stukken ijs en het aantal stroomonderbrekingen.

 

In de maand oktober moet elke schakelaar droog uit geprobeerd worden, om zeker te weten dat de installatie naar behoren functioneert.

Omdat het dan altijd weer nadenken is hoe moest dat ook alweer hierbij nog eenmaal de procedure om de ontijzelschakelaar te testen.                 

Voorbereiding

1. Snelschakelaar en bovenleidingschakelaar uit schakelen;

2. scheidingschakelaar kabelzijde uitschakelen (indien mogelijk);

3. schakelstang bovenleidingschakelaar los nemen, of het verbinding koper tussen scheidingschakelaar en ontijzelschakelaar verwijderen;

4. snelschakelaar weer inschakelen. 

Inlopen ontijzelschakelaar

1. Paraatstelling in commando geven (al of niet vanaf het SMC);

2. snelschakelaar uitschakelen; Nadat deze handelingen zijn verricht loopt de ontijzelschakelaar in.

3. motor van de bvl-schakelaar in commando geven (motor loopt naar de in stand), SMC houdt na het inlopen een halve stand;

4. bekrachtig het reedcontact met een magneet, controleer of hierdoor een inmelding verschijnt op het SMC.

 Uitlopen ontijzelschakelaar

1. Motor bovenleidingschakelaar uit-commando geven (motor loopt naar de uit stand);

2. snelschakelaar in-commando geven; Nu loopt de ontijzeIschakelaar naar de uit stand. Is deze bereikt dan komt de snelschakelaar in.

3. paraatstelling uit commando geven;

4. de schakeling kan nu weer normaal gemaakt worden;                                                                                          

5. schakelstang motor aandrijven bovenleidingschakelaar weer vast maken, of het verbinding koper tussen scheidingschakelaar en ontijzelschakelaar weer aanbrengen.

 

Om terug te keren naar onderdeel vd maand klik hier      

Om terug te keren naar ons startmenu  klik hier.