De zinkerkast

 

De zogenaamde zinkerkast komen we tegen bij bruggen.

We kennen in het spoorwegnet verschillende soorten bruggen, zinkerkasten komen we tegen bij beweegbare bruggen, en dit kunnen oa. draai bruggen, ophaal bruggen ed zijn.

Wat betreft de bovenleiding installatie zijn er 2 mogelijkheden we kennen bruggen met of zonder bovenleiding.

Welke soort we ook hebben we moeten altijd ervoor zorgen dat de bovenleiding elektrische doorloopt

Zie onderstaande schema's.

 

Op dit schema ziet u een brug voorzien van bovenleiding, de stroomrail op de brug wordt onder spanning gezet via mescontacten aan de rechter zijde vd brug.

                        

Aan de linkerzijde van de brug ziet u dat hier wel een scheiding is gecreëerd, via bovenleidingschakelaar S en U (in  spoor MF) wordt via een waterkabel de bovenleiding door verbonden. Een scheiding is mogelijk door een van de 2 bovenleidingschakelaars uit te zetten, dus hebben we hier uiteraard 2 verschillende groepen.

                                                                                 

 

 

 

Op dit schema ziet u een brug zonder bovenleiding ook hier moet de bovenleiding elektrisch doorlopen, dus ook hier vinden we bovenleidingschakelaars welke door middel van een waterkabel van 500 mm2 zijn doorverbonden. 

 

Voor beide waterkabels geldt dat deze niet rechtstreeks lopen maar via een zinkerkast, de reden hiervoor is dat bij een kabelstoring de kabels automatisch worden afgeschakeld. Ook kan op deze manier de kabel welke onder het water doorloopt dubbel worden uitgevoerd.

In deze kast vinden we dan ook de kabelbeveiliging welke aanspreekt bij een mantel ader sluiting.

Daardoor zullen beide bovenleidingschakelaars uitschakelen, waardoor de defecte kabel is afgeschakeld en de bovenleiding normaal onderspanning blijft.

   

Bij een storing in de waterkabel wordt indien het de kabel betreft welke onder het water doorloopt ook gelijk het nut van de tweede kabel onder het water duidelijk

De defecte kabel wordt tijdelijk verwijderd en de installatie kan op een kabel weer in dienst en de storing in de kabel kan opgelost worden zonder dat we te maken hebben met beperkingen.

Wat voor de bovenleiding geldt, geldt uiteraard ook voor voor de minus, bij de meeste bruggen worden de spoorstaven aan een zijde van de brug met kabels door verbonden, aan de te openen zijde vinden we zogenaamde minuscontacten. Welke zich op het landhoofd en aan de brug bevinden.

  

Maar ook bij een geopende brug moeten de spoorstaven worden doorverbonden immers de minusstroom moet terug kunnen naar het onderstation.

Ook hiervoor worden waterkabels gelegd, eveneens  500mm2 ook deze kabels gaan via de zinkerkast.

En ook hier geldt dat meestal de waterkabels dubbel zijn uitgevoerd. Vanuit de kast gaan we met meerdere 120 mm2 kabels naar het spoor.

 

Tbv van aarding is erbij de kast een aardelektrode geslagen, en ook een doorslagveiligheid aangesloten tussen minus en aarde vinden we in de zinkerkast.

Om terug te keren naar onderdeel vd maand klik hier      

Om terug te keren naar ons startmenu  klik hier.