Bovenleiding. 

U bent op deze pagina terecht gekomen, omdat u zich interesseert, of misschien wel werkzaam bent bij een aannemer,  bij Prorail of bij een architecten bureau dat werkt aan of voor de bovenleiding in Nederland.

Verwacht op deze pagina's geen lesboek of iets dergelijks op het gebied van de bovenleiding in Nederland.

We proberen hier  een opsomming te geven van de systemen welke we in Nederland kunnen vinden. Zoekt u meer info over onderdelen en bijzondere constructies dan vindt u die elders op onze site.

 

ALGEMEEN:

Voor de elektrische treinen in Nederland is er een bovenleidingnet aangelegd. Dit net bestaat uit verschillende systemen en die kunnen worden benoemd als het klassieke systeem en het beweegbare systeem. (B1 tot en met B8)

De specifieke kenmerken van het klassieke systeem is dat de draagkabel vast is en de rijdraad beweegbaar.( dit om de rek van de draad op te vangen). Voor het beweegbare systeem kunnen we eigenlijk zeggen dat alles, dus ook de draagkabel, beweegbaar is. De versterkingsleiding is vast afgespannen. Alleen in het DA systeem is de VL gecombineerd met de draagkabel en zijn beide beweegbaar afgespannen. Dit heeft als voordeel dat de slijtage van de rijdraad minder wordt omdat de rijdraad altijd op dezelfde hoogte blijft hangen.

 

Voor alle systemen geldt dat de basis voor het bouwen, een rijdraad hoogte van 5.50 meter is. Uitgezonderd is het DA systeem op de Schiphollijn met een rijdraadhoogte van 5,275 meter. De verschuiving is van -35 naar +35 cm, behalve voor de 25 kV (voorbereide) systemen B4, B2 B5 en B8 waar de verschuiving van –20 naar +20 cm is. Op de 25 kV (voorbereide) systemen is de verschuiving in boog ook 20 cm. Deze verschuiving is bedoeld om het afslijten van de koolstof strippen op de pantograaf op een zo egaal mogelijke manier af te laten gebeuren. Dit geldt trouwens niet voor de sporen waar een boog in zit want daar gelden heel andere maten voor, en daar is de verschuiving nog kritischer. Hier ligt de verschuiving namelijk op +35 (onder het portaal) en in het middenveld (dus tussen twee portalen in) op –10.

 

Voor de plaats bepaling van de bovenleiding portalen gaan we er altijd vanuit van de ligging van het spoor (wat altijd volgens de legplannen wordt gebouwd).

De portalen staan bijna altijd op een afstand van ±70 meter (oud) en in nieuw te bouwen sporen staan ze op  ± 60 meter. Deze afstanden zijn bepaald door Prorail als zijnde het beste voor de bovenleiding Qua slijtage en rijdbaarheid.

 

De verhouding die er is met de sporen is natuurlijk ook bepalend voor het onderhoud en voor vernieuwings klussen, want als de sporen 10 cm omgaan dan moet de bovenleiding natuurlijk ook 10 cm omhoog. In bogen is het een ander verhaal omdat we de verschuiving dan extra goed in de gaten moeten houden.

Als we praten over verkanting in het spoor dan wordt het zelfs nog erger. Als er namelijk 2 cm extra verkanting in het spoor wordt gebracht dan betekent dit voor de bovenleiding dat de verschuiving 2cm x4 = 8 cm veranderd

Ook de plaats van de blokken is gerelateerd aan de ligging van het spoor en die is 2.85mtr  hart(blok) op hart(spoor). We kunnen wel zeggen dat alle maten voor de bovenleiding zijn gebaseerd op B(ovenkant).S(poor).      

 

Eigenlijk kunnen we de conclusie trekken dat er aan de sporen geen werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd zonder dat we heel serieus naar de ligging van de bovenleiding  hebben gekeken en hebben bepaald of de bovenleiding moet worden aangepast

 

 

 

Het B1 systeem

 

 

Het B1 systeem: Er is onderscheid tussen het klassieke systeem dat gebaseerd is op het BVLM en het B1 systeem dat gebaseerd is op de ontwerpvoorschriften en het installatievoorschrift. Maximale veldlengten in het klassieke systeem waren 70 meter, in het B1 systeem 60 meter.

Belangrijkste kenmerken zijn:

Vast afgespannen draagkabel

Veld lengtes van +/- 60 mtr

Maximale snelheid 140 km/pu

Temperatuur gevoelig

Maximale sectielengte +/- 1600 mtr

Spanning 1500 Volt.

Klik op de thumbnail om de foto te vergroten.

 

Het B2 systeem

Is een systeem vergelijkbaar met het B1 systeem alleen is het voorbereid voor 25 kV.

De isolatieafstanden zijn voorbereid voor 25 kV., we komen dit bijna niet tegen in Nederland

 

Het B3 systeem

Het B3 systeem kent zijn oorsprong in Limburg, waar we in de jaren 50 last hadden van het verzakken van bovenleidingpalen, correcties waren lastig ivm de balken.

Door in plaats van balken geaarde armen toe te passen was het corrigeren van enkele palen mogelijk.  We noemde dit DA armen.

Het eerste tracé dat voorzien werd van een beweegbaar bovenleidingsysteem was Beverwijk - Uitgeest in 1961, De voordelen waren groot zodat in de loop van de jaren er steeds meer baanvakken,

werden uitgevoerd met beweegbare systemen, steeds meer aangepast aan de ontwikkelingen door de jaren heen zo ontstond BA, DAB en BAB, we vinden alle systemen nog in Nederland.

Nieuw wordt het echter niet meer gebouwd.

Het B3 systeem: Dit systeem bestaat niet meer in de voorschriften. Het is nu het DAB systeem waarin wordt verwezen in OVS00059. De maximale snelheid is 160 km/h.

 

Belangrijkste kenmerken:

 

 

 

Beweegbare afgespannen draagkabel

Veld lengtes van +/- 60 mtr

Maximale snelheid 160 km/pu

Temperatuur ongevoelig

Spanning 1500 Volt.

Klik op de thumbnail om de foto te vergroten.

 

Het B4 systeem

Het B4 systeem is het systeem met de voordelen van het B3 systeem en tevens voorbereid voor 25 kV, dus de isolatoren zijn geschikt voor de 25.000 volt AC. en alle spanning aarde afstanden voldoen aan de 25 kV norm (480mm)

En is het systeem wat momenteel gebouwd word op nieuwe 1500 volt baanvakken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Belangrijkste kenmerken:

Beweegbare afgespannen draagkabel

Veld lengtes van +/- 60 mtr

Maximale snelheid 160 km/pu bij 1500 volt en 200 km bij 25 kV

Temperatuur ongevoelig

Spanning 1500 Volt maar voorbereid voor 25 kV

Versterkingsleiding uitgevoerd op de kop vd paal 2 x 240 mm2 aluminium wordt bij 25 kV de negatieve feeder en equipotentiaal leiding.

Klik op de thumbnail om de foto te vergroten.

 

Het B5 systeem

Het B5-systeem is een 25kV AC bovenleidingsysteem. Het systeem is toegepast op de Betuweroute.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Belangrijkste kenmerken:

Beweegbare afgespannen draagkabel

De maximale rijsnelheid is 140 km/h

Temperatuur ongevoelig

De maximale sectielengte is 2x700 meter.

De draagkabel is 70mm2 BzII en beweegbaar afgespannen met 15kN trekkracht.
De rijdraad is 1x120mm2 CuAg 0,1 en beweegbaar afgespannen met 15kN trekkracht.
De feeder (-25kV) is 1x240mm2 E-AlMgSi, vast afgespannen met 9kN trekkracht bij 10°C.
De equipotentiaal is 1x240mm2 E-AlMgSi, vast afgespannen met 9kN trekkracht bij 10°C.
De equipotentiaal is, als onderdeel van het retourcircuit, met dwarsverbindingen om de 600 meter   gekoppeld met de lineaire aardleiding en de spoorstaven.


Klik op de thumbnail om de foto te vergroten.
 

 

Het B6 systeem

Dit systeem is nog niet toegepast, het is het hoge snelheids systeem van Prorail, en omdat er bij de bouw van de Hsl zuid gekozen is voor het Siemens systeem is dit nog niet toegepast.

 

Het B7 systeem

Dit is het B4 systeem als het is omgebouwd naar 25 kV, dat wil zeggen de huidige versterkingsleiding is elektrisch ontkoppelt en is dan negatieve feeder geworden, de equipotentiaal leiding is geen minus meer maar aarde geworden.

 

Het B8 systeem

Het B8 systeem is het vaste systeem voor 25 kV wat gebruikt wordt op emplacementen.

Dit omdat de snelheid hier beperkt is dus een beweegbare draagkabel niet nodig en kan hier voor dit systeem gekozen worden.

Belangrijkste kenmerken:

De maximale rijsnelheid is 100 km/h.

De draagkabel is 70mm2 BzII en vast afgespannen met 15kN trekkracht.

De rijdraad is 1x120mm2 CuAg 0,1 en beweegbaar afgespannen met 15kN trekkracht.

De equipotentiaal is 1x240mm2 E-AlMgSi, vast afgespannen met 9kN trekkracht bij 10°C.

De verschuiving is 200mm.

De maximale sectielengte is 2x700 meter.  

       

Klik op de thumbnail om de foto te vergroten.

 

Het Hsl zuid systeem

Omdat er bij de aanbesteding van de Hsl zuid niet is vastgelegd welke systemen er gebouwd moesten worden,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

heeft de aannemer gekozen om zijn eigen systeem te bouwen, sicad 4 van Siemens.

Belangrijkste kenmerken:

De maximale rijsnelheid is 300 km/h

De verschuiving is 200 mm

maximale sectielengte 2 x 700 mtr.

Temperatuur ongevoelig

 

   

Klik op de thumbnail om de foto te vergroten.

om terug te keren naar ons startmenu  klik hier.