Draagconstructies.
Als we in de RLN 00124 kijken vinden we de volgende omschrijving bij draagconstructies:
Het onderdeel van het bovenleidingsysteem, bevattende alle
funderingen, constructies en bijbehorende componenten die bedoeld zijn om de
bovenleiding te ondersteunen, op zijn plaats te houden, af te spannen of te
isoleren, exclusief de beweegbare arm. De draagconstructie bevat de volgende
componenten:
- Funderingen
- masten, palen en portalen en vaste bovenleidingarmen
- spaninrichtingen
- bevestigingsijzerwerk
- beweegbare bovenleidingarmen voor zover deze normaal niet onder spanning
staan.
Op deze pagina willen we u wat meer vertellen over de draagconstructies.
We maken een onderverdeling voor de volgende hoofdgroepen:
Om rechtstreeks naar uw favoriete onderwerp te gaan klik erop
De standaard afstand van hart fundering tot hart spoor is 2,85 meter.
De montage hoogte is: bovenkant fundering = laagste been naastliggende spoor
De minimale gronddekking als de fundering belast wordt is 40 cm op de plaat en bij A2 en A6 funderingen 27 cm.
De tolerantie maten zijn:
· montagehoogte: -0 mm / + 100 mm
· t.o.v. hart spoor: -50 mm / +50 mm
· in de lengterichting van het spoor -50 mm / +50 mm
· verbindingslijn tussen bij elkaar horende funderingen haaks op het spoor: -2° / +2°
· waterpasstand : de fundering mag nooit voorover richting spoor hellen -0° en achterover +1°
· Waterpasstand in de lengterichting van het spoor: -2° / +2°
V2b (Vlinderblok)
V2b |
|
Omtrek in meters |
2,50x2,35 |
Hoogte in meters |
1,1 |
Gewicht in ton |
4,5 |
Ankers |
M42 |
Steekmaat ankers |
350x500 |
De V2b fundering wordt met de lange zijde naar het spoor gericht geplaatst.
Funderingen V1a, V1b, en V2a staan nog wel op diverse plaatsen, maar worden nieuw niet meer toegepast.
Om de fundering te plaatsen wordt gebruik gemaakt van een z.g.n. blokkenschaar.
AN4 (Ankerblok)
Maten in meters |
AN4 |
Lengte |
2,00 |
Hoogte voorkant |
1,30 |
Hoogte achterkant |
0,85 |
Hoogte vleugels |
0,75 |
Breedte vleugels |
1,80 |
Breedte achterkant |
0,96 |
Hoogte gat ankerplaat |
1,16 |
Gewicht in ton |
4,30 |
De bovenkant van de AN4 = de hoogte van de bijbehorende fundering.
Bij belasting moet het grondpakket voor de vleugels 3 meter zijn en een breedte hebben van 1,20 meter.
De hoogte van de gronddekking moet minimaal 75 cm en maximaal 95 cm hoog zijn.
Om het ankerblok te plaatsen wordt gebruik gemaakt van een hijsketting.
F6 - F7
Maten in meters |
F6 |
Lengte |
1,8 x2,75 |
Hoogte |
1,08 |
Ankers | M 42 |
Gewicht in ton |
5 |
Deze funderingen zijn identiek met alleen verschil in de stand van de ankers. De ankers van een F7 zijn 90° gedraaid t.o.v. de ankers in een F6.
De F7 kan daardoor bij seinportalen toegepast worden.
F8
Hoogte | L x B | Gewicht | Ankers | ||
F8a |
1,40 |
2,00x2,00 |
9,37 |
M42 |
|
F8b |
1,40 |
2,00x2,25 |
10,14 |
M42 |
|
F8c |
1,40 |
2,00x2,50 |
10,93 |
M42 |
|
F8d |
1,40 |
2,00x2,75 |
11,70 |
M42 |
|
F8e |
1,40 |
2,00x3,00 |
12,49 |
M42 |
|
Wanneer er een nog zwaarder blok nodig blijkt uit de berekeningen plaatsen we een F8
Er zijn verschillende types, Dit wordt aangegeven door een cijfer achter de typeaanduiding van de fundering.
Stapelfunderingen
Een stapelfundering wordt in losse prefab elementen op de werkplek aangevoerd en in het funderingsgat samengesteld. Een stapelfundering bestaat uit een kop die op 1 of 2 onderplaten wordt bevestigd. De kop en de onderplaten worden met spanankers aan elkaar gekoppeld.
Er worden 3 soorten stapelfunderingen toegepast. Iedere soort kent weer een aantal variaties:
· F5 kent 4 soorten
· F15 kent 2 soorten
· F16 kent 3 soorten
Er kan in ieder soort 4 types ankerpatronen toegepast worden voor de verschillende soorten palen.
De kop van de fundering is voor alle soorten hetzelfde.
Kop |
|
Omtrek in meter |
2,40x2,00 |
Hoogte in meter |
1,10 |
Gewicht in ton |
9,9 |
F5
De kop staat in het midden van één onderplaat.
Afmetingen onderplaat:
F5a |
F5b |
F5c |
F5d |
|
Omtrek in meter |
2,40x3,00 |
2,40x3,50 |
2,40x4,00 |
2,40x4,50 |
Dikte |
40 cm |
40 cm |
40 cm |
40 cm |
Gewicht in ton |
6,9 |
8,1 |
9,2 |
10,4 |
F15
De kop staat aan het uiteinde van één onderplaat.
Afmetingen onderplaat:
F15a |
F15b |
|
Omtrek in meter |
2,40x3,50 |
2,40x4,00 |
Dikte |
40 cm |
40 cm |
Gewicht in ton |
8,1 |
8,1 |
F16
De kop staat aan het uiteinde van twee naast elkaar liggende onderplaten.
Afmetingen van één onderplaat:
F16a |
F16b |
F16c |
|
Omtrek in meter |
1,20x4,00 |
1,20x4,50 |
1,20x5,00 |
Dikte |
70 cm |
70 cm |
70 cm |
Gewicht in ton |
8 |
9,1 |
10,1 |
Onder het uiteinde van de 2 onderplaten (onder de teen) wordt een voetplaat gelegd.
Afmetingen van de voetplaat:
Voetplaat |
|
Omtrek in meter |
2,40x1,50 |
Dikte |
25 cm |
Gewicht in ton |
2,2 |
De meest toegepaste soorten palen zijn aangeduid als HE paal, SLO paal en DLO paal. Bij alle palen is aan de onderkant een voetplaat gelast.
In de voetplaat zijn gaten aangebracht waarmee de paal op de ankers van de fundering wordt bevestigd. In ieder paal zijn standaard gaten aangebracht voor het bevestigen van de nummerbordjes en de paal spoorstaaf verbinding. De palen moeten bij oplevering loodrecht staan.
Voetplaat HE paal SLO paal Voetplaat SLO paal
Er zijn diverse soorten HE palen. De verschillen in uitvoering zijn:
― HE profiel HE220A, HE240A, HE240B of HE300B
― De lengte van de paal kan variëren van 6,20 tot 10,20 meter
SLO palen
SLO palen zijn bestemd om draden aan af te spannen zonder dat een trekschoor toegepast wordt.
Dat is op plaatsen waar geen trekschoor of drukschoor toegepast kan of mag worden. Er worden 4 soorten SLO palen toegepast. SLO1, SLO2, SLO3 en SLO4. Een SLO paal is samengesteld uit 2 stuks UNP 300 profielen, die met koppelplaten aan elkaar zijn gelast. De buitenmaat van een SLO paal is 300x580 mm.
In de SLO 2 en SLO4 zijn extra versterkingsstrippen gelast. Hierdoor kunnen deze palen zwaarder worden belast dan de SLO1 en SLO3. In de paal zijn gaten geboord voor het bevestigen van een beugelbout, waar een draagkabel of versterkingsleiding aan afgespannen kan worden.
SLO 1 SLO 4
DLO paal
DLO palen worden toegepast in spaninrichtingen en wissels in het beweegbare systeem voor het bevestigen van 2 stuks draaiarmen.
De torsie die ontstaat, omdat er 2 armen van verschillende netten op aangesloten zijn, kan door een DLO paal worden opgevangen
HE 160 balken
· Profiel HE160B
· In het verleden is ook profiel HE160A toegepast
· Lengte voor paalafstanden van 7,99 tot 10,27 meter
BK balken
· Profiel bovenligger UNP140
· Constructiebreedte 320 mm
· Lengte voor paalafstanden van 8,26 tot 24,00 meter
· Hoogte 1,10 meter
· In het verleden zijn diverse andere soorten BK balken toegepast
KB balken
· Profiel bovenligger UNP80, 100, 120 of 140
· Constructiebreedte 320 of 660 mm
· Lengte voor paalafstanden van 9,65 tot 45,65 meter
· Hoogte 1,28, 1,30,1,32, of 1,34 meter
· In de balken is een zeeg aangebracht
· In het verleden zijn ook andere soorten kokerbalken toegepast type VR (De Vries en Robé)
RHS balken
· Buisprofiel 250x250, 300x300 of 300x400
· Lengte voor paalafstanden tot 25 meter
· In de balken langer dan 12 meter is een zeeg aangebracht
AEL armen
· Profiel bovenligger UNP80
· Constructiebreedte 320 mm
· Lengte arm vanaf hart paal van 3,20 tot 4,40 meter
· In het verleden zijn ook armen met constructiebreedte 240 mm toegepast
ADL armen
· Profiel bovenligger UNP80
· Constructiebreedte 320 mm
· Lengte arm naar beide kanten vanaf hart paal van 3,20 tot 4,40 meter
· In het verleden zijn ook armen met constructiebreedte 240 mm toegepast
BSL balk
Profiel 2xHE160B
Functie afspanbalk
·
Hangsteunen kunnen we toepassen aan HE balken, BK balken, en KB balken en an RHS balken noemen we ze kolommen.
Ze hebben allemaal hetzelfde doel, mogelijkheden voor bevestiging van een zijwaartse bevestiging.
Na de oorlog bij de opbouw van de verwoeste bovenleidingconstructies is er gebruik gemaakt van betonnen draagconstructies omdat ijzer nauwelijks voorhanden was.
We volstaan met enige foto's van constructies welke we nog steeds in Nederland vinden.
Om terug te keren naar ons startmenu klik hier.